Het Belgische recht heeft het beginsel van het geheim van het onderzoek vastgelegd (opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek). Dat dient om twee zwaarwegende belangen te waarborgen: enerzijds de naleving van het vermoeden van onschuld en anderzijds de doeltreffendheid van het uitgevoerde onderzoek.
De bekendmaking van onderzoekselementen kan een lopend onderzoek schaden doordat naasten of medeplichtigen van de persoon op wie het onderzoek betrekking heeft informatie krijgen. Deze laatsten kunnen dan bewijsmateriaal verbergen, vluchten of zich beter organiseren om de magistraat te beletten vooruitgang te boeken. Ze zouden ook wraak kunnen nemen op iemand die tegen hen heeft getuigd.
Dit is een regel van openbare orde die door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens wordt erkend en die ook in andere buitenlandse wetgevingen wordt vermeld. Er bestaan bijgevolg strikte juridische regels die u in staat stellen om inlichtingen te verkrijgen tijdens een onderzoek dat in België wordt gevoerd.
Onderzoeken die in het kader van terroristische aanslagen worden gevoerd, zijn bijzonder en nemen vaak veel tijd in beslag wegens de complexiteit van de feiten, het internationale karakter en het aantal betrokken slachtoffers en daders.
Het Belgische recht biedt ieder slachtoffer van een misdrijf de mogelijkheid om zijn rechten tijdens het onderzoek te doen gelden via een verklaring van benadeelde persoon of door een burgerlijke partijstelling.
Om een antwoord te geven op de legitieme vragen waar slachtoffers en hun naasten mee kunnen zitten, probeert de nationale slachtoffercel van het Federaal Parket informatie over de voortgang van de onderzoeken die in het buitenland worden gevoerd te verkrijgen en door te geven. Zo kan de cel een informatiesessie organiseren voor de betrokken personen of kan ze de betrokkenen via de justitieassistenten van de slachtofferonthaaldienst op de hoogte houden.
Deze website gebruikt een cookie dat nodig is voor de goede werking ervan.